Hoe herken je de ratelpopulier, de witte abeel en de grauwe abeel?
De ratelpopulier is te herkennen aan een lange, platte bladsteel met daaraan een rondachtig, kaal tot zeer licht behaard blad dat een onregelmatig getande, gegolfde bladrand heeft. De schors van deze populier is glad en grijs. De bruine knoppen zijn spits en de mannelijke katjes bevatten paarse meeldraden. Ze hangen vroeg in het voorjaar aan de boom.
De witte abeel heeft groene handvormige gelobde bladeren met een onregelmatig grof gezaagde bladrand die aan de onderkant witviltig behaard zijn. De witte abeel heeft vaak een kromme stam met daarop een ijle, grillige, halfopen kroon. Ook de bleekgrijze schors met zwarte ruitvormige putjes en witviltige twijgen zijn opvallend.
De grauwe abeel (een kruising van de ratelpopulier en de witte abeel) lijkt het meest op de laatste soort. Het belangrijkste verschil is te zien aan de bladeren. De grauwe abeel heeft eerder ronde tot hartvormige bladeren met een grof gezaagde bladrand en aan de onderzijde grijsviltige haren. Ook op de knoppen en twijgen is er beharing te zien, maar later op het jaar kan de beharing verdwijnen. De bladeren van de wortelscheuten kunnen iets meer handvormig zijn. De boom heeft een kromme stam met daarop een brede, halfopen kroon. De bovenste takken zullen bij volwassen bomen vaak overhangen.
De witte abeel heeft groene handvormige gelobde bladeren met een onregelmatig grof gezaagde bladrand die aan de onderkant witviltig behaard zijn. De witte abeel heeft vaak een kromme stam met daarop een ijle, grillige, halfopen kroon. Ook de bleekgrijze schors met zwarte ruitvormige putjes en witviltige twijgen zijn opvallend.
De grauwe abeel (een kruising van de ratelpopulier en de witte abeel) lijkt het meest op de laatste soort. Het belangrijkste verschil is te zien aan de bladeren. De grauwe abeel heeft eerder ronde tot hartvormige bladeren met een grof gezaagde bladrand en aan de onderzijde grijsviltige haren. Ook op de knoppen en twijgen is er beharing te zien, maar later op het jaar kan de beharing verdwijnen. De bladeren van de wortelscheuten kunnen iets meer handvormig zijn. De boom heeft een kromme stam met daarop een brede, halfopen kroon. De bovenste takken zullen bij volwassen bomen vaak overhangen.