Hoe herken je zwarte populieren?
De Europese zwarte populier (Populus nigra) heeft kleine, ruitvormige bladeren met een fijn getande of gezaagde rand, die niet steeds gewimperd is. De bladsteel is plat en meestal onbehaard. De boom vertoont een diep gegroefde, knoestige stam. Onderaan de stam heeft hij vaak veel scheuten. Opgaande bomen groeien meestal niet recht omhoog en zijn breed vertakt. De Europese zwarte populier is soms moeilijk te onderscheiden van bepaalde Canadese populieren. Enkele specifieke kenmerken wijzen op een Europese zwarte populier: ronde twijgen (vs. hoekige twijgen bij de Canadese populier), veelvuldig voorkomende spiraalvormige bladsteelgallen, het ontbreken van klieren aan de top van de bladsteel, de onderste bladnerven die samenkomen aan de bladsteel (geen tussenruimte op de hoofdnerf) en in het geval van een vrouwelijke boom: kleine rechtopstaande katjes die steeds twee vruchtkleppen hebben.
De bladeren van de Amerikaanse zwarte populier (Populus deltoides) zijn driehoekig en spits. Ze zijn vaak breder dan lang en zijn groter dan die van de Europese. De bladrand is grof getand tot gezaagd, met een blijvende bewimpering. Ook hier is de bladsteel plat en onbehaard. De bladvoet is vlak of zwak hartvormig. De bladsteel heeft aan de top twee kliertjes. De boom behoudt vrij lang een gladde lichte bast en vormt later een in de lengterichting diep en smal gegroefde schors. De twijgen zijn meestal rond, maar bij forse groei hoekig. De doosvrucht springt met twee tot vier kleppen open.
Informatie over de herkenning van de Canadese populieren kan je hier terugvinden.
De Europese zwarte populier (Populus nigra) heeft kleine, ruitvormige bladeren met een fijn getande of gezaagde rand, die niet steeds gewimperd is. De bladsteel is plat en meestal onbehaard. De boom vertoont een diep gegroefde, knoestige stam. Onderaan de stam heeft hij vaak veel scheuten. Opgaande bomen groeien meestal niet recht omhoog en zijn breed vertakt. De Europese zwarte populier is soms moeilijk te onderscheiden van bepaalde Canadese populieren. Enkele specifieke kenmerken wijzen op een Europese zwarte populier: ronde twijgen (vs. hoekige twijgen bij de Canadese populier), veelvuldig voorkomende spiraalvormige bladsteelgallen, het ontbreken van klieren aan de top van de bladsteel, de onderste bladnerven die samenkomen aan de bladsteel (geen tussenruimte op de hoofdnerf) en in het geval van een vrouwelijke boom: kleine rechtopstaande katjes die steeds twee vruchtkleppen hebben.
De bladeren van de Amerikaanse zwarte populier (Populus deltoides) zijn driehoekig en spits. Ze zijn vaak breder dan lang en zijn groter dan die van de Europese. De bladrand is grof getand tot gezaagd, met een blijvende bewimpering. Ook hier is de bladsteel plat en onbehaard. De bladvoet is vlak of zwak hartvormig. De bladsteel heeft aan de top twee kliertjes. De boom behoudt vrij lang een gladde lichte bast en vormt later een in de lengterichting diep en smal gegroefde schors. De twijgen zijn meestal rond, maar bij forse groei hoekig. De doosvrucht springt met twee tot vier kleppen open.
Informatie over de herkenning van de Canadese populieren kan je hier terugvinden.